de Minister van Financiën,
de heer G. Zalm,
postbus 20201,
2500 EE Den Haag
Van:
M. Vincent van Mechelen
[Adres]
Betreft:
de Nederlandse Staat en het randschrift op de Euro
Geachte Minister,
Er wordt beweerd dat u zou overwegen om op de over enige jaren
te introduceren 'Euro' het randschrift 'GOD ZIJ MET ONS' te
laten plaatsen. Volgens de Humanist van juni/augustus 1996 heeft
het Humanistisch Verbond hiervan 'met bezorgdheid' kennisgenomen.
Zelf neem ik kennis van dit voornemen (of gerucht?) met
verontwaardiging: hoe zou
'n
Nederlandse regering 50 tot 55 jaar
na het einde van de Tweede Wereldoorlog nog als 'n olifant door
de porceleinkast van de wereldbeschouwelijke overtuigingen van
haar burgers durven lopen anders dan uit politiek opportunisme?
Wanneer mensen van verschillende levensovertuigingen elkaar het
leven zuur en onmogelijk maken in Noord-Ierland, voormalig
Joegoslavië, het Midden Oosten en elders in de wereld, vraagt u
zich misschien als menig ander Nederlander af 'hoe mensen toch
zo slecht kunnen zijn' en
konkludeert u wellicht
als menig ander Nederlander dat 'wij in Nederland zoveel toleranter zijn'.
Maar heeft Nederland wel recht op zo'n moreel (en nationalistisch)
superioriteitsoordeel wanneer ook in dit land 'n deel van de
bevolking zijn wereldbeschouwelijke ideologie of symboliek aan
de rest van de bevolking meent te kunnen opleggen, evenzeer met
behulp van de staat?
Dank zij het bewind van uw voorgangers ben ik op dit moment al
niet in staat om 'n rijksdaalder, ja zelfs maar 'n gulden, uit
te geven zonder gedwongen te worden reklame te maken voor
het primaat van een of meer goden en/of demonen over
het primaat van normen en waarden. Want daar is waar het in de
wereldbeschouwelijke
primaatskwestie
om gaat, niet om zo iets banaals
als de vraag of men wel of niet in het bestaan van goden
gelooft, hoewel ook ten aanzien van die vraag geen burger de
mening van anderen opgedrongen mag en hoeft te worden.
Ik heb er geen moeite mee als u zou willen aanvoeren dat de god
op de munt slechts 'n symbool is en niets aan de reële waarde
daarvan afdoet. Hij is inderdaad 'n symbool, namelijk van
wereldbeschouwelijk
eksklusivisme
(met eksklusionisme in zijn ergste vorm).
Dat is het soort van eksklusivisme dat het
Christenen van verschillende kerken en aanhangers van verschillende
Abraham-religies onmogelijk maakt om in vrede met elkaar
te leven, omdat zij er niet op kunnen vertrouwen dat als een van
hen op al of niet demokratische wijze de macht verwerft, zij die
macht niet zullen misbruiken om hun eigen geloof en symbolen aan
de hele natie op te dringen. Het is ook het soort van eksklusivisme
waarin mensen met 'n op 'n god gerichte wereldbeschouwing de staat
als het ware s t e l e n en
landgenoten die geloven in het primaat van normen en waarden tot
tweederangsburgers, zo niet non-burgers, degraderen, al is het
maar symbolisch.
De Humanist vraagt lezers of ze 'n ander voorstel voor de
zijkant van de Euro hebben. Indien er toch iets op de zijkant
van de Euro moet, zou ik willen voorstellen het volgende daarop
in reliëf aan te brengen:
t r a n e n . Tranen geplengd
over al die landen, zoals Ierland, Bosnië, en Israel-Palestina, waar
'n deel van de bevolking de staat misbruikt of wil en zal
misbruiken om haar eigen wereldbeschouwing aan de rest van de
bevolking op te dringen. Tranen geplengd door al die landen,
zoals Nederland, waar de staat ook partijdig is, maar waar de
sociale kondities (nog) niet zo zijn dat dit tot gewelddadige
konflikten tussen groepen van verschillende levensovertuigingen
leidt. Zijn dit echte tranen, krokodilletranen of Mariatranen?
De gebruikers van de nieuwe Euro mogen dat dan zelf bepalen.
Terwijl Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet diskriminatie op
grond van levensovertuiging verbiedt, blijft de Nederlandse
staat godsdienst in het algemeen en het Christendom in het
biezonder op bepaalde terreinen voortrekken, daarbij elk principe
van werelbeschouwelijke neutraliteit of inklusiviteit met voeten
tredend. Ik hoop echter dat die staat, waar dit nog steeds het
geval is, in de nabije toekomst tot inkeer zal komen. Het
randschrift op de Euro is een van die gevallen waarin die
gelegenheid zich nu voordoet, en waarin u kunt tonen 'n persoon
van principes te zijn. RECHTVAARDIGHEID ZIJ MET U.
Inmiddels verblijf ik, u alle wijsheid toewensend,
met vriendelijke groet,
M. Vincent van Mechelen
P.S.
Meer informatie over begrippen zoals de 'wereldbeschouwelijke
primaatskwestie' kunt u in het Engels op het World
Wide Web van Internet vinden bij
I n S i t e . Daar
zult u doorverwezen worden naar waarden zoals 'inclusiveness',
(deel)hoofdstukken uit het Model der Neutraal-Inklusiviteit,
waaronder een over 'the question of denominational
primacy', alsmede naar 'n International Dossier on State
Religionism. Het adres is: http://www.xs4all.nl/~in/.
[Op 52.30.3 is InSite "TRINPsite" gaan heten, met vanaf 54.33.6 'n nieuw
startadres: http://www.trinp.org.
Nog later is dit geworden:
ANTWOORD VAN HET MINISTERIE VAN FINANCIËN
MINISTERIE VAN FINANCIËN
CENTRALE DIRECTIE VOORLICHTING
De heer M.V. van Mechelen
[Adres]
Uw brief van/kenmerk
22 september 1996
Ons kenmerk
V96/760
Den Haag
7 november 1996
Onderwerp
Randschrift op euro
Geachte heer van Mechelen,
De Minister heeft kennis genomen van uw bezwaren tegen het
gebruik van het randschrift "God zij met ons" op de toekomstige
euromunten. Hij heeft mij gevraagd u te antwoorden. De
beantwoording van uw brief is vertraagd. Hiervoor mijn excuses.
De Minister heeft de kwestie van het randschrift op verzoek, na
een mondeling overleg met de vaste commissie voor Financiën uit
de Tweede Kamer, begin dit jaar in de Ecofin-raad aangekaart,
omdat hij in Europees verband niet zelfstandig kan beslissen
over een randschrift op euromunten die immers in alle
deelnemende landen wettig betaalmiddel zullen worden. De Raad
had in ieder geval geen bezwaar tegen het eventuele gebruik van
een randschrift op euromunten.
Nederland is rijk aan tradities, waarvan een aantal met een
godsdienstige oorsprong. Sommige van deze tradities hebben in de
loop der tijd echter betekenis gekregen los van hun Christelijke
karakter. Zo wordt Kerstmis nog steeds gevierd, maar niet meer
door iedereen vanuit een godsdienstige gedachte. De Minister
acht het vanuit historisch oogpunt dan ook de moeite waard te
bezien of het randschrift "God zij met ons" kan worden
gehandhaafd.
Met vriendelijke groet,
De Directeur Voorlichting
(drs. R.P. Florisson)
NASCHRIFT BIJ HET ANTWOORD
Amsterdam, 51.49.3
Aan:
geïnteresseerden
Betreft:
de Nederlandse Staat en het randschrift op de Euro
De kern van wat het Ministerie van Financiën schrijft in zijn
brief aan ondergetekende, gedateerd "7 november 1996", is dat
'de Minister het vanuit historisch oogpunt de moeite waard acht
te bezien of het randschrift GOD ZIJ MET ONS kan worden
gehandhaafd'. De minister en/of diens direkteur Voorlichting
suggereert dat het in deze kwestie gaat om 'n 'traditie die in
de loop der tijd betekenis heeft gekregen los van haar
christelijke karakter'. Als voorbeeld noemt hij Kerstmis, dat
'nog steeds gevierd wordt, maar niet meer door iedereen vanuit
een godsdienstige gedachte'.
Het schijnt de briefschrijver te ontgaan dat het Kerstfeest niet
alleen niet (meer) door iedereen vanuit 'n christelijke gedachte
gevierd wordt, maar dat het zelfs niet (meer) door iedereen
gevierd wordt. Er wonen in Nederland ook nog en ook al mensen
die uit families komen waar dat kristianistische feest vroeger
gevierd werd, maar nu niet meer; en er wonen in Nederland ook
nog en ook al mensen die uit families komen waar dat
kristianistische feest nooit gevierd werd, bijvoorbeeld omdat
zij de feesten van 'n andere godsdienst vierden.
Ook waar het Kerstmis betreft, zijn het steeds de overheid en
partikuliere
organizaties
zonder enig gevoel voor Nederlands
wereldbeschouwelijke verscheidenheid geweest die de vermeende
verjaardag van de al of niet echt geleefd hebbende Jezus van
Nazareth tot 'n algemene feestdag verheven hebben met 'n
eksklusieve status. Alle ambtenaren en werknemers zullen op
25 december hun vrije dag krijgen en nemen; en alle ambtenaren en
werknemers in het onderwijs en daarbuiten zullen rond die dag op
kerstvakantie gaan. Op 'n enkele uitzondering na hebben Jezus'
volgelingen zich tot dusver nog niet bereid getoond een of twee
vrije dagen op te nemen in het kader van niet-kristianistische
wereldbeschouwelijke feesten, laat staan hun vakanties te
plannen rond zulk soort feesten. De briefschrijver verwijst naar
'n 'traditie' (het aan alle burgers opdringen van Kerstmis) die
in haar eksklusivisme nog veel verwerpelijker is dan het gebruik
waar het in deze diskussie om draait.
"Maar Nederland is toch rijk aan tradities, en moeten die dan zo
maar allemaal afgeschaft worden?"
Nederland is, net als elk ander land dat al langere tijd
bestaat, rijk aan gebruiken en symbolen die uit het verleden
stammen. En net als in elk ander land zijn sommige van die
gebruiken en symbolen nog steeds goed volgens hedendaagse of
tijdloze normen en waarden, en net als in elk ander land zijn
andere ronduit slecht volgens hedendaagse, en nog steeds slecht
volgens tijdloze normen en waarden. De goede elementen uit het
verleden mogen en moeten blijven, de slechte mogen en moeten
weg. Geen zinnig mens zal tegenwoordig iemand die doet alsof zij
iets niet hoort nog Oostindisch doof noemen. Deze racistische
uitdrukking uit Nederlands christelijk-koloniale verleden
behoort met eens even gebruikelijke uitdrukkingen zoals jood
voor 'n onbetrouwbare handelaar en Turk voor 'n erg vuile of
smerige man waarschijnlijk ook niet tot het soort taalgebruik
dat de Minister op historische gronden zou willen perpetueren.
Juist als Nederland zo rijk is aan 'tradities', hoeven we om het
verdwijnen van de slechte niet te treuren.
Abominabele gebruiken uit het verleden noemen velen geen
"traditie" omdat zij dat woord 'n gunstige konnotatie toekennen
en reserveren voor gebruiken of konventies uit het verleden die
zij positief evalueren. Als, zoals ik vermoed, de briefschrijver
al begonnen is niet alleen het randschrift op Nederlandse
munten (de vorm) maar ook de woorden GOD ZIJ MET ONS (de inhoud)
als traditie op te vatten, moet gevreesd worden dat hij niet
meer in staat is geweest de verschillende kanten van deze zaak
inhoudelijk en objektief te bezien. Het gaat er immers om of
deze ons uit het verleden overgeleverde religieuze woorden het
al of niet verdienen om door de staat gekontinueerd te worden.
Pas als dat vastgesteld is, is er niets op tegen ze als
'traditie' op te vatten en ze als zodanig te handhaven.
Helaas moet ik konkluderen dat het Ministerie van Financiën in
zijn antwoord op geen enkele wijze ingaat op de in mijn brief
aangevoerde argumentatie. Terwijl 'n nieuwe (euro)munt 'n
uitstekende gelegenheid zou zijn voor het introduceren van 'n
nieuw motto, houdt het zich, uit zichzelf of door ideologische
druk van buitenaf, doof wat argumenten betreft. Christelijk doof
misschien?
M. Vincent van Mechelen
P.S.
Gedichten kunnen gedachten en gevoelens soms veel beter en
zeker gekomprimeerder weergeven dan essays of brieven.
Geïnteresseerden verwijs ik dan ook graag naar twee
gedichten in Deze Taal die bij mijn brief en dit naschrift aansluiten.
HET JOELFEEST DER KALKOENEN gaat over
Kerstmis en het gebruik om elkaar aan het eind van het jaar kerstkaarten
toe te sturen. TRANEN OVER DE RAND
gaat over deze kwestie van het randschrift. Beide zijn openbaar
toegankelijk op het Internet. Het adres is:
https://mvvm.net/Nl/Poezie.htm.
Het begrip traditie en het daarmee gepaard gaande onbegrip is
het onderwerp van 'n gedicht in This Language getiteld "".
Het is te vinden op TRINPsite op het adres
trinp.net/Poet/NCGP/NAnn/Traditn.HTM.
DE SS'ER IS ER
Na mijn brief, mijn
gedicht en het naschrift bij het antwoord op
mijn brief vernam ik dat de leuze 'Gott Mit Uns'
ook door de nazistische SS gevoerd werd. Deze SS had misschien wel veel
minder
respekt
voor andersvoelenden en andersdenkenden dan de regering
en het parlement van Nederland, maar in wat voor
'n trieste
staat verkeren deze instellingen dat zij met alle geweld 'n SS-motto op de
nieuwe euro moeten aanbrengen? Zij zullen beweren dat hun keuze van dit
motto los staat van die van de SS, en toch is er wel degelijk 'n belangrijke
overeenkomst, namelijk het misbruik van de staat voor het propageren van
een bepaalde in dit geval godsdienstige ideologie.
(Het koninkrijk Pruisen is ooit met dit motto in 1701 begonnen; dat in
Duitsland in 1945 tenminste weer verdween.)
Zalm, de Nederlandse Minister van Financiën, heeft zich hard
ingespannen om met name de SGP te plezieren, 'n
seksistische
politieke partij die op basis van haar
eigen interpretatie van haar eigen Sacra Scriptura in Nederland 'n
Protestants-christelijke totalitaire staat zou willen vestigen. (En dan
hebben we het alleen nog maar over de algemeen bekende kant van de zaak.)
Het is op grond van bovenstaande feiten geheel terecht om als bijnaam voor
het in Nederland met het randschrift 'GOD ZIJ MET ONS' besmette
twee-euromuntstuk te gebruiken: SS'er.
Mocht dit verwarring opleveren met het menselijke onmenselijke eksemplaar,
dan is het heel wel mogelijk deze in Nederland gemaakte 2-euromunt naar
analogie van 'de Zalmsnip' aan te duiden als: de Zalm-SS'er.
SS staat hierbij bovendien, naar keuze, voor Schutzstaffel
en/of Sacra Scriptura.
WORDT VERVOLGD
VREEMDE MUNTEN
Achteraf is mij gebleken dat het aanbrengen van het
randschrift op de 2-euromunt technisch 'n behoorlijk moeilijke zaak is
geweest voor de Koninklijke Nederlandse Munt. ('Gods eigen zegen' bleek
er dus ook al niet op te rusten.) Deze instelling heeft nota bene de hulp
van de Britten moeten inroepen om de 160 miljoen SS'ers op tijd klaar
te maken, hetgeen alleen maar mogelijk was omdat de Britten zelf juist
niet aan de invoering van de euro meededen. Het is toch wel heel triest
dat 'n systeem iets wat het ideologisch zo nodig moet, technisch niet
eens zelf aan blijkt te kunnen, en dat het dan voor zo'n leuze naar het
buitenland moet uitwijken. Wat 'n staaltje van rationeel beleid en
handelen!
Van het setje door de Nederlandse overheid aan mij
verstrekte gratis euromunten heb ik onmiddellijk de waarschijnlijk in
Engeland gerande SS'er aan Coins for Care geschonken, samen met andere
vreemde munten.
GODSDIENSTIGE SS NIET DE EERSTE
Kwade staatsreligionisten denken mij door middel van e-mailtjes iets
nieuws te vertellen met de mededeling dat God zij met ons al vanaf
1816 op de Nederlandse gulden voorkomt. (Behalve dat ze zich niet in de
gevoelens van anderen kunnen inleven, kunnen ze dus ook niet lezen, laat
staan redelijke argumenten volgen.)
Hun gelijk in dit geval maakt het alleen nog maar erger: het bewijst
namelijk dat Nederlanders die
goden (in enkel- of meervoud) boven normen en waarden
stellen de staat al voor de ideologie van hun eigen Heilige Schrift
misbruikten lang voordat de Duitse Schutzstaffel dat ging doen.
Aan het feit dat zij de SS aan hun zijde hebben, mogen ze misschien
nog eens in het volgende citaat uit Free Inquiry (Vol.25, No.6)
herinnerd worden:
Quasi-religious ideas were the basis of Nazism. Heinrich Himmler
himself stated that 'some higher Being ... is behind nature'. ... "I
insist that members of the SS must believe in God."
Het officiële credo van de SS was inderdaad: "Wij geloven in God, in
Duitsland en in de Fuehrer" (in die volgorde).
En die Fuehrer zelf?
Die gebruikte de termen God, de Almachtige en de
Voorzienigheid maar al te graag in zijn toespraken.
Adolf Hitler was 'n onvervalst
teïst
en
kreationist
die met dit soort woorden in Mein Kampf, en ook elders, aan zijn
ideologie vorm gaf (zie Free Inquiry, Vol.29, No.2):
Every man who has the right kind of feeling for his people ...
fulfil[s] the Will of God and does not allow God's handiwork to be
debased.
For the Will of God gave men their form, their essence and their
abilities.
Anyone who destroys His work is declaring war on God's Creation and God's
Will. [vol.2, ch.10]
De religieuze opvoeding op de scholen ging in de Nazi-periode gewoon door,
en was --raadt u het al?-- Christelijk.
Het jaarlijks terugkerende Paasfeest kwam Hitler heel goed uit om zijn
anti-Joods racism, dat hij aan het
katolicisme
ontleende, nog eens religieus bevestigd te zien.
(Zie de brief in Free Inquiry, Vol.31, No.2, van iemand die het
als kind allemaal meemaakte.)
54.MNW-66.LNO
SS-E-MAIL WORDT NIET BEANTWOORD
I.v.m. met mijn beperkte tijd en i.v.m. prioriteiten die elders
liggen, kan ik helaas niet beloven dat iemand die mij e-mail stuurt over
het onderwerp van deze pagina ook antwoord krijgt. Ik kan echter wel
beloven dat degenen die mij n.a.v. deze pagina e-mail sturen die
uitsluitend ingaat op historische kwesties, met name de geschiedenis
van de SS, en in het geheel niet op de zaak waar het in dit
dokument om
draait, geen antwoord van mij zullen ontvangen. Zij willen of kunnen 'n
konfrontatie met iets dat nu speelt immers niet aan.
Ik kan ze nog wel heel even konfronteren met iets dat toen speelde.
Naast Heil Hitler en Hou zee was het onder Nederlandse en
Duitse nationaal-socialistische kameraden God zij met U en met
ons.
Die U waar God dan volgens de NSDAP en de NSB zo nodig apart nog
mee moest zijn, was Hitler!
54.MNW-67.VNW
EENDRACHT EN RECHT EN VRIJHEID
De zaak waar het hier om draait is het Nederlandse randschrift op het
twee-euromuntstuk en hoe hierin 'n tweespaltzaaiend gebrek aan
respekt
getoond wordt voor de verschillende levensovertuigingen in dit land en in
Europa. Landgenoten krijgen misschien wel de vrijheid om anders te
denken, maar ze hebben recht op 'n vrijheid in gelijkwaardigheid
ook of juist op wereldbeschouwelijk gebied. (En dan heb ik het nog niet
eens over zoiets als
Wilhelmus van
Nassouwe, een nieuw Christelijk lied, waarvan kristianisten en
orangisten beweren dat het het volkslied van heel Nederland zou zijn.
Vergelijk dat eens met
Het Lied der
Nederlanden.) Hoe oneindig veel
sympatieker
dan de Nederlandse Staat is dan de Duitse Bondsrepubliek die dezelfde
munt gebruikt om de Europese burger te begroeten en op te voeden met de
woorden EINIGKEIT UND RECHT UND FREIHEIT!
57.CEN-62.LZW
PERSOON ZALM HUICHELAAR OF DRAAIKONT
Naar aanleiding van het herinvoeren van de
teocentristische
bede in de Troonrede van 17 september 2002 (gregoriaanse kalender,
kristianistische
jaartelling) is
Persoon Gerrit Zalm ('de Heer
Zalm' voor
seksueel-irrelevantisten)
weer in het nieuws. Volgens dit nieuws heeft Persoon Zalm de herinvoering
van die bede veroordeeld, omdat die indruist tegen de scheiding van kerk
en staat.
Keurig! Immers, het nieuwe kabinet, waar Zalms eigen partij ook weer deel
van uit maakt, hamert voortdurend op 'waarden en normen' en 'normen en
waarden' (hoewel de 'Excellenties' die geloven in goden en demonen, in
enkel- of meervoud, zich rot zouden schrikken als ze te horen kregen dat
het wereldbeschouwelijk primaat ook al bij die normen en waarden ligt, en
niet bij een of andere duivels-goddelijke autoriteit). Als er iets is waar
althans sociale normen en waarden goed voor zijn, dan is het wel
respekt
voor anderen, niet zozeer voor anderen die toch al hetzelfde denken, doen
en voelen, maar juist voor anderen die anders denken, doen en
voelen.
Keurig! Maar, dat zegt dan wel iemand die met alle geweld zo'n
teocentristische bede op de zijkant van de nieuwe euro moest hebben en
die daarbij volkomen lak had aan het argument van de scheiding van staat
en wereldbeschouwelijke ideologie; iemand die daarover tot nu toe nooit
'n verandering van inzicht, laat staan berouw, getoond heeft. Als je
God zij met ons af kan doen met de dooddoener dat het traditie is,
dan kun je Gods zege zij met u, of iets dergelijks, evenzeer
afdoen met de dooddoener dat het traditie is (of was, en onterecht
onderbroken).
Persoon Zalm laat weten dat 'de Koningin, als zij daar behoefte aan
heeft, haar Kerstboodschap voor zulk soort persoonlijke uitingen kan
gebruiken'. Deze wonderbaarlijke opmerking, die in het huidige
orangistisch-monarchistische politieke klimaat ongebruikelijk en niet
ongedurfd is, versterkt de behoefte aan 'n antwoord op de vraag of
destijds misschien Persoon Beatrix zur Lippe ('Mevrouw Von Amsberg' voor
seksueel-irrelevantisten) 'n royale rol heeft gespeeld bij het
plaatsen van de SS-bede op de euro.
Zij is immers niet alleen op grond van familiebanden staatshoofd van het
land, maar in deze opake semi-demokratie ook nog eens op grond van
familiebanden staatshoofd-lid van de regering.
(Haar vader, Bernhard zur Lippe-Biesterfeld, echtgenoot van het vorige
Nederlandse staatshoofd, was lid van de Nazi-partij en van de
Schutzstaffel of, iets preciezer, de SS-Hulpdienst, iets wat de
Nederlandse overheid zo lang mogelijk geheim gehouden heeft.)
'n Staatshoofd heeft natuurlijk helemaal geen recht om beslag te leggen
op de publieke media voor het verkondigen en verspreiden van zijn eigen
supernaturalistische of andere opvattingen en gevoelens, of het nu gaat om
het randschrift van 'n munt, het einde van 'n politieke jaarrede of het al
of niet vieren van 'n feest van een van de Abraham-religies. Ook wat dit
aspekt van de scheiding van staat en wereldbeschouwelijke ideologie
betreft, blijkt Zalm 'n huichelaar of draaikont te zijn.
[Dit vervolgonderdeel bevindt zich op
mvvm.net/Nl/Zaken/Euro/Kaping.HTM.]
RECHT TEGENOVER GOTT MIT UNS
Het internationale
sekulier-humanistische
tijdschrift Free Inquiry van juni/juli 2004 (59.CEN-ZVJ) begint met
'n artikel van
de uitgever Paul Kurtz met als titel: Two Competing Moralities: The
Principles of Fairness contra 'Gott Mit Uns!'. Volgens Kurtz zien
degenen die geloven in de noodzaak van 'n morele hervorming gebaseerd
op de beginselen van rechtvaardigheid zich heden ten dage recht
tegenover 'n evangelisch voetvolk gesteld dat er van overtuigd is dat
God aan hun kant staat; d.w.z 'n voetvolk dat gelooft in de leuze
"Gott mit uns!".
Over het morele systeem van die
teocentristische
infanterie schrijft Kurtz ondermeer:
A new form of moral intolerance has descended on the world. Gott
mit uns was a frightening paean to patriotism, intolerance,
violence, and hatred sung by fascist storm troopers of another era as
they marched off to 'redeem' the world.
Have another look at the edge of the Dutch two-euro coin!
Ofte wel: kijk nog eens naar de zijkant van je Zalm-SS'er!
[Dit vervolgonderdeel bevindt zich op mvvm.net/Nl/Zaken/Euro/Vals.HTM.]
HET RUNDSCHRIFT OP DE NEDERLANDSE EURO
Het is mij gebleken dat Google aan degenen die op Internet zoeken op de
zoekterm Het randschrift op de Nederlandse euro niet vraagt
Did you mean "Het randschrift op de Nederlandse 2-euromunt"?
maar:
Did you mean: "Het rundschrift op de Nederlandse euro"
Deze vraag lijkt niet alleen van ernstige betrokkenheid bij het onderwerp
te getuigen maar ook van humor. Helaas was het antwoord voor degenen
die op de alternatieve zoekterm verderklikken tot dusver:
Your search - "Het rundschrift op de Nederlandse euro" - did not match any
documents.
Alleen mensen die van fonten weten en 'n beetje Duits kennen, zullen
beseffen dat Google waarschijnlijk het volgende 'Rundschrift' bedoelt:
En zo'n Rundschrift is inderdaad (nog) niet op het Nederlandse 1- of
2-euromuntstuk te vinden, althans niet met 'n hoofdletter.
Zoekmachines zoals Yahoo! en Windows Live leiden je nu zowel via de term
randschrift als via de term rundschrift naar deze plek;
inmiddels ook Google ('n paar weken later).
Even leek het erop dat de
Zalm-SS'er'n stille
dood zou sterven.
De laatste keer dat ik er een in handen kreeg (uit '2000'), was 15 weken
geleden en de voorlaatste keer maar liefst 41 weken geleden (uit '2007')
of zelfs 49 weken geleden (uit '2000').
De Nederlandse 2-euromunt met het SS-motto uit '2007' werd uitgegeven ter
gelegenheid van de 50ste verjaardag van het Verdrag van Rome, op 62.14.3
('25 maart 2007').
Wouter Bos van de PvdA was toen nog maar net iets van 4 weken de nieuwe
Minister van Financiën. Dus het SS-motto op deze 2-euromunt heeft
Gerrit Zalm van de VVD waarschijnlijk nog op zijn
conto
geschreven.
Vandaag, echter, kreeg ik 'n nieuwe Nederlandse 2-euromunt met SS-motto in
handen, nu wel onder de verantwoordelijkheid van Wouter Bos voorbereid en
uitgegeven in 'januari 2009' ter gelegenheid van 10 jaar EMU (in 'n oplage
van 5.300.000 stuks).
Met deze 'speciale munt' zet Bos het staatsreligionistische beleid van
Zalm voort. Dat de PvdA wat wereldbeschouwelijke
inklusiviteit
betreft 'n even grote en dikke plank voor haar kop houdt als de VVD hoeft
niemand te verbazen: beide partijen willen immers dolgraag tot in de
eeuwigheid blijven doorregeren met (andere) Kristianisten die zonder
skrupules de staat voor hun eigen religieuze propaganda misbruiken.
Toch heeft de via Zalm en Bos op het geld van het Nederlandse volk
verspreide
teocentristische
bede GOD ZIJ MET ONS niets geholpen bij het voorkomen van de
kleptokraten-casinokapitalisten-kredietkrisis.
Enig idee waarom?
[Vanaf 64.18.5 bevindt dit vervolgonderdeel in This Language zich op
mvvm.net/En/ShSt/QuAn/EdgeHelp.HTM.]
GULDEN ZONDER GOD
De European Central Mint, 'n
partikulier
bedrijf dat herdenkings- en beleggingsmunten slaat, brengt 'n
Juliana Coin op de markt.
ECM speelt daarbij in op 'n nostalgie naar de tijd toen Nederland zich
herstelde van de Tweede Wereldoorlog en een van de rijkste landen in de
wereld werd.
Zij zeggen er zelf niets over op hun website, maar Marijn Schrijver in
Dagblad De Pers (van '15 februari 2012') wel:
De nieuwe gulden is overigens wel geseculariseerd. 'God zij met ons' is
echt verleden tijd.
Leuk om dat voor het eerst eens in 'n Nederlandse krant te lezen.
Kan er straks ook nog 'n krant verschijnen die dit over de Nederlandse
twee-euro-munt schrijft, tien jaar na of, indien
niet te veel gevraagd, tien jaar voor het verdwijnen ervan?
67.MNO
WEL DEGELIJK 'N TRADITIE
Je bent nooit te oud om te leren, en nooit te oud om van verbazing
achterover te vallen als je weer
gekonfronteerd
wordt met
'n stukje
geschiedenis dat je tot nu toe onbekend gebleven was.
Dank u wel, Amnesty International!
Het nummer van Amnesty's Wordt Vervolgd gedateerd "december 2012/januari
2013" heeft als ondertitel Kritische kijk op mensenrechten in
Nederland en bevat naast 'n hoofdredaktioneel kommentaar van Arend
Hulshof 'n artikel van Ad van Liempt, getiteld "Rechten in de kantoren en
fabrieken, daar gaat het om" (blz. 32-35).
Er staan nogal wat opmerkelijke dingen in dat artikel, maar ik beperk mij
hier tot wat verband houdt met de
teocentristische
leuze op de Nederlandse 2-euromunt.
(Voor meer uit dit artikel verwijs ik naar Wordt Vervolgd zelf en mijn
dokument over
'19 juli 1948', speciaal het
onderdeel
Natte inkt en droog
kruit.)
Van Liempt schrijft o.a.:
... Nederland was bij de eerste [51] ondertekenaars [van het
Handvest van de Verenigde Naties op 26 juni 1945], maar stond bepaald niet
te dringen. ...
[De Nederlandse delegatie] diende liefst acht amendementen in op de
ontwerptekst.
Wij Nederlanders hadden namelijk nogal wat bezwaren.
Dat de bede tot God in het Handvest ontbrak, bijvoorbeeld. ...
En in Mensenrechtenspiegel schrijft Hulshof:
De Nederlandse afgevaardigde [bij het opstellen van de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens] Leo Beaufort‚ een pater‚ had zich
sterk verzet [tegen het opnemen van het recht op ontbinding van een
huwelijk in die Verklaring]. ...
Eerder had Beaufort zich ook al zonder succes hard gemaakt voor vermelding
van God in de Verklaring.
Deze twee aanvullende feiten tonen aan dat het slaan van het motto GOD ZIJ
MET ONS op de euro en, daaraan voorafgaand, op de gulden niet als
losstaande gedragingen van het Koninkrijk der
(Noordelijke) Nederlanden
kunnen worden gezien.
Ik moet het eerlijk toegeven: zij vormen onderdeel van 'n traditie, 'n
traditie van godsierlijke arrogantie tegenover niet alleen
andersdenkende medeburgers maar ook andersdenkende wereldburgers.