Bovenstaand gedicht in
Deze Taal is
komisch, tragisch (of
tragikomisch) en
edukatief.
Wat sterk bijdraagt aan het komische effekt is het gebruik van twee
heel verschillende registers naast elkaar.
Dat blijkt al uit de titel Het klotelot van
'n footballeur.
Het bijvoeglijk naamwoord klote is zonder meer grof, maar
past uitstekend bij het verhaal, omdat het verwijst naar 'n kloot,
d.w.z. 'n bolvormig objekt, zoals de aard- of wereldkloot en
de
teelbal, of de
voetbal waar het hier om draait.
Het Franse zelfstandig naamwoord footballeur voor 'n
beroepsvoetballer bestaat (nog) niet eens in het
Nederlands, doch doet wel gelijk denken aan andere
beroepen zoals die van 'n auteur, monteur en taxateur.
(Hoewel amateur ook bestaat, verwijst dat juist niet naar
'n beroep.)
Pal tegenover het groffe, misschien vulgaire, register staat 'n
verfijnd, misschien zelfs elitair, register, met de
(andere) informele en (andere)
formele lijsten van woorden daar tussenin.
De verfijnde woorden komen van oudsher vaak uit het Frans.
Bij 'n regelmatige afleiding blijft 'n zelfstandig
naamwoord dat daar eindigt in -eur
onveranderd, maar van 'n werkwoord dat eindigt in
-er wordt de uitgang wel veranderd in -eren.
Zo is het Franse monteur ook monteur in het Nederlands,
terwijl monter verandert in monteren.
Andersom hoeft echter 'n Nederlands werkwoord dat op
-eren eindigt beslist niet uit het
Frans (of Duits) te komen.
Er is bijvoorbeeld niets Frans aan bezeren, 'n woord
dat is opgebouwd uit de inheemse morfemen
be-, zeer en -en.
Het edukatieve karakter van het gedicht is, behalve narratief
sociaal-psychologisch, vooral taalkundig en zit, wat het vocabulaire
betreft, in het uitdrukkelijk gebruik van woorden
die eindigen op het achtervoegsel of
'suffiks'
-eren.
Die woorden staan alle vierentwintig aan het einde van
de regel.
De woorden kleineren en
normalizeren
hebben het om poëtische redenen niet gehaald in de
uiteindelijke versie, maar zijn taalkundig wel
interessant genoeg om nog te laten zien.
WOORDEN EINDIGEND OP -EREN
ambiëren |
ww op onregelmatige wijze van Fr ambitionner |
balanceren |
ww van Fr balancer |
bezeren |
inheems ww |
citeren |
ww van Fr citer |
draineren |
ww van Fr drainer |
eksploiteren |
ww van Fr exploiter |
eren |
inheems ww |
etaleren |
ww van Fr étaler |
irriteren |
ww van Fr irriter |
keren |
inheems ww |
kinderen |
znw, mv, met -eren niet zo uitgesproken als de rest |
kleineren |
ww van klein en Fr-Nl
suffiks
-eren i.p.v.
-izeren |
kreperen |
ww van D krepieren, d.w.z. ellendig omkomen |
leren |
inheems ww |
markeren |
ww van Fr: in marquer un point of but is het
maken |
normalizeren |
ww van Fr normaliser (van Gr -izein,
maken/doen) |
permitteren |
ww op onregelmatige wijze van Fr permettre |
pointeren |
ww van Fr pointer, d.w.z. richten |
respekteren |
ww van Fr respecter |
saneren |
ww van (oud Fr saner, nu assainir, en) D
sanieren |
sferen |
znw, mv van sfeer (van Fr sphère) |
sjokkeren |
ww van Fr choquer (vgl. E shock en Nl
sjokken) |
spenderen |
ww van L expendere, d.w.z. betalen of
uitgeven |
tolereren |
ww van Fr tolerer |
urineren |
ww van Fr uriner |
verteren |
inheems ww |
Afkortingen boven, naast d.w.z, i.p.v. en vgl.:
D Duits; E Engels;
Fr Frans; Gr Grieks;
L Latijn; mv meervoud;
Nl Nederlands; ww werkwoord;
znw zelfstandig naamwoord.
De in Deze Taal gebruikte spelling is de
Integratieve Spelling die 'n sterkere
relatie heeft met de inheemse gesproken taal dan de huidige
rijksambtenarenspelling
(gespeld met
meervouds-n, en geen
niet-bestaande zogenaamde 'tussen-n').
De Integratieve Spelling is niet antisemantisch
waar het samenstellingen betreft waarin het eerste deel naar
slechts een of juist naar meerdere objekten
verwijst.
Bovendien lijdt zij niet aan germanofobie, zonder
eksklusief
germanofiel te zijn; of frankofiel, of anglofiel.
Op grond van de gesproken taal wordt het als "een"
uitgesproken woord hier gewoon als een
gespeld, en het niet als "een" uitgesproken
onbepaald lidwoord gewoon als 'n.
Er is daarom in 'n kontekst waar deze term geen speciale
nadruk behoeft geen enkele reden om een voor 'n
zelfstandig naamwoord te vervangen door
één of, erger nog, door 1, en zoiets
afgrijselijks te kreëren als 1 maaltijd.
Hoe dan ook, onbedoeld dwingt het gedicht de
volgelingen van het
rijksambtenare(n)spelling(s)systeem er toe soms
inhoudelijk na te denken over spelling, wat nooit
'quat' kan.
En als
woordkunstenaar mag de
dichter zelfs in de
teorie van de kunst
afwijken van 'de regel' als
zhij (m/v)
daar 'n goede reden voor heeft.
Wat de vorm aangaat, voldoet het gedicht aan veel meer dan de
basisvoorwaarde dat de tekst zorgvuldig verdeeld is over regels,
wat het van proza onderscheidt.
Allereerst wordt het gebruikelijke maksimale aantal van twaalf
lettergrepen per regel strikt aangehouden.
(Als dat bij de inhoud past, kunnen dat bij sommige gedichten
of regels ook meer lettergrepen zijn.)
Ofschoon er in het algemeen geen minimale
lengte van versregels is (anders dan een woord of lettergreep)
heb ik er voor gekozen de maksimale lengte ook
als minimale lengte voor het gehele gedicht aan te
houden, zodat de vierentwintig regels allemaal even lang in
lettergrepen zijn.
Het totale aantal regels van 24 is geen absoluut gegeven,
maar 24 is ook weer niet 'n volkomen willekeurig getal: het heeft
namelijk met anderhalve keer de radikswaarde wel enige
numerieke signifikantie in het rekenkundig
geenszins (meer) willekeurige zestientallig stelsel
(overeenkomend met 15 in het arbitraire
tientallig stelsel).
Qua vorm is het meest
karakteristieke van het gedicht dat de uitgang
-eren, uitgesproken als
in irriteren, drieëntwintig keer
herhaald wordt aan het einde van de regels.
Zonder kinderen zou het het meest volwaardige
(eind)rijmgedicht zijn dat denkbaar is,
afgezien van 'n gedicht dat meer (regels) van hetzelfde zou
bevatten.
De onderbreking van het rijmschema op de plaats van
kinderen past geheel bij het zogenaamde niet in de pas lopen van
de kinderen van de profvoetballer.
Zo wordt het rijmschema niet alleen indrukwekkend en,
afhankelijk van smaak, mooi of heel mooi, maar ook nog eens
funktioneel!
Hoewel ik in dit dokument 'n gedicht presenteer met 'n
'eindrijmfaktor' van meer dan 95% —zelfs een
kwatrijn met A-A-B-B-,
A-B-A-B- of A-B-B-A-rijm haalt maar 50% over
slechts vier regels— ben ik geenszins, in tegenstelling tot
vele, zo niet de meeste, dichters in het heden en verleden, 'n
gebaande paden afstruinende venter van eindrijm.
Verre van!
Voor mij hoeft 'n gedicht bepaald niet te rijmen, al hoor ik, vooral
als er geen eindrijm is, wel graag echte
alliteratie, dus beginklankassonantie of
-konsonantie onder (primair en eventueel
sekundair) beklemtoonde, en alleen
beklemtoonde, lettergrepen.
(Voor
This Language heb ik dat
negenentwintig jaar geleden al bewezen in mijn
Vocabulary of
Alliteration.)
Daarbij ben ik zelf ook nog niet eens heel verrukt van
alliteratie van het kant-en-klare
(rough-and-ready) type, zoals
in somberder sferen in de zesde regel, en
in Krijgt-ie (ook) (nog) kramp in de (tiende) regel die
daarmee begint.
Ik prefereer alliteratie van het gesofisticeerde
(sophisticated) type, waarbij minstens een van de
verbonden lettergrepen niet de eerste lettergreep van het woord
is (en die woorden ook nog met verschillende letters in
de schrijftaal en klanken in de spreektaal beginnen), zoals
in nodig urineren in de vierde regel,
in trefzeker(der) (te) pointeren in de (zevende)
regel die begint met zijn,
in gericht, niets geraakt in de (achtste) regel die begint met
Veel,
in noest(e) saneren in de (tiende) regel die begint met
Krijgt-ie, en
in sportief eksploiteren in de een-na-laatste regel.
Als dan 'n woord allitereert met zowel 'n woord dat eraan
voorafgaat als met 'n woord dat er op volgt, dan kan het
opgeroepen patroon, wat rijm betreft, nog sterker
worden.
'n Voorbeeld daarvan is
'n dame die dol is op spenderen in de (elfde) regel die begint
met En thuis.
Het gedicht Het klotelot van 'n footballeur is niet
geïnspireerd op een of andere echt bestaande
profvoetballer, of op 'n specifieke situatie of
gebeurtenis in de voetbalwereld.
Direkte aanleiding tot het schrijven ervan was slechts dat mij bij het
lezen van Franse journalistieke en literaire teksten,
waarin natuurlijk heel veel werkwoorden eindigend op
-er voorkomen die je in het
Nederlands terugsvindt of zou kunnen terugvinden met het
achtervoegsel -eren, twee
speciale gevallen opvielen.
(De ironie van het lot wil dat de twee bij deze gevallen door mij
gefingeerde werkwoorden die mij naar het onderwerp
van dit gedicht hebben geleid bij de voltooiing ervan het loodje
hebben moeten leggen, juist omdat ze gefingeerd waren.)
Voor in voetbal geïnteresseerden heeft dit
webterrein, MVVM-sijt, echter ook 'n verhaal en 'n
artikel te bieden die hun oorsprong wel vinden in de aandacht voor de
sport zelf:
-
Oranje Hutspot (zowel
in Deze Taal als
in This Language),
proza in de vorm van 'n radioreportage waarin het verslag van 'n
voetbalwedstrijd door zo'n elf verschillende andere
onderwerpen heen loopt
-
Stadionplein Speelbal van
Omdopers, 'n journalistiek verhaal over iets wat begon
als fiktie in Oranje Hutspot en twaalf jaar later
werkelijkheid dreigde te worden