>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>=NAAR==M=V=V=M==INDEKS=<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<
Sonja bij schildersezel op zolder
ENKELE   GEDICHTEN   VAN
SONJA   VAN   MECHELEN



GEEN TIJD MEER VOOR BRIEVEN SCHRIJVEN

Ja men schrijft de mailbrieven wel kort
Het luchtpostpapier heeft geen gewicht meer
Soms maakt men briefpraatjes op een bandrecorder
Dan schrijft men over het plezier in wereldsteden
Maar het hart stripteast nooit

Boten vegen de namen der emigranten uit
Treinen schrijven de spoorboekjes vol
Auto's maken schrijven overbodig
Ik ontvang alleen reclame van de post

Maar ik neem de pen toch op
De bel dovend
Die de vijand meldt
Contact maak ik met papier

Doch de tijd maakt zijn kortschrift nog beknopter
Oude brieven werpt men uit de ramen
Wie lezen nog die verjaarde emoties?
Dichters slechts die sukkels!





MIJN ZOONTJE TEKENT HUIZEN

Mijn zoontje tekent huizen om in te wandelen
te stoeien hard te zingen ruzie te maken
te smullen te lachen siesta's te houden
overal zijn kamers gangen loggia's daktuinen
galerijen speelplaatsen droomsalons
dierenhoekjes vogelserres
binnenplaatsen met bomen en vijvers

mijn zoontje tekent huizen om echt in te wonen
hard te praten op de piano te beuken
te schateren toneel te spelen
te jammeren en te schreeuwen kortom:
om echt in te kunnen leven als mensen
als echte mensen grotehuizenmensen!
ruimte om in te verdwijnen
te slapen te schuilen te schreien en
scheppend te werken

want mijn god hoe wonen wij??
maar mijn zoontje mijn zoontje tenminste
tekent huizen om echt in te leven
maakt een fantasiehuis uit verlangen
tekent nog huizen
mijn zoontje tenminste
tekent huizen!!!





ZILVERSTEMMIG

Zilverstemmig spelen kinderen buiten
terwijl ik de sigaret uit het raam werp

de brede stoepen lenen zich voor
kortschrift in krijt

ik brei angst mee in de
handschoenen voor het stuur

ik dep de wonden der chrysanten
die op de bodem der kamer liggen

mijn stoel is een eiland
ik drink warme landen

want hoe de zomers ook raasden
dit vuur raast mij dieper vol

bos rode ragebol
ik speel je in een piano

dan schreien kinderen in gangen
worden de deuren opengestoten

mijn stoel is een troon
ik hoor het prilste leed

weer troost ik een kind
weer verraad ik het nooit zijn lot.





BESEF

Op een keer
daalde ik langs
de melkweg om je
te zien glimlachen
voor de spiegel
van de werkmorgen.

Je gezicht vol
scheerzeep, dacht ik
je de sneeuwkoning
van de noordelijke
landschappen, maar
goedmoediger.

En je keerde je
om en ik zag:
ogen vol kwelling
en de livrei
van de knecht,
gebogen over de stoel.

En mijn hart
vloeide vol
medelijden: dat je
slaaf was geweest
voor mij
tot je dood.





RAVEN VAN VINCENT

Ik wil dat je zijn naam uitspreekt als vinsan
raven van vinsan als de cypressen hun haar opsteken
mensen als kleverige hommels zijn geel huis omringen
bloemen voor vinsan door hete wind doodgeknuppeld
regen voor vinsan in de blauwe krankzinnigheid getoomd
raven voor vinsan in het raven-haar van de geliefde
als zij op hoge tenen registreert voor spiegels
bebloede cadeaux daar is ons leven mee verruwd
en de mistrals van de hartstocht vrees vinsan
waarin de bomen sidderen als schildersezels

ik bewoon de eeuw na jou
maar ik leef zo gemakkelijk terug
spreek zijn naam spreek spreek zijn naam dan
vinsan
getooid met de millioenen raven van zijn stam

en zij
die de kam liet vallen
het zwarte haar uittrok
en kraste
k r a s t e
K R A S T E ! ! !

 RAVEN VAN VINCENT 
[PAGE-EXTERNAL PLAYER]
[PAGE-INTERNAL PLAYER]
 audiobestand (MP3, 3.3 MB, 1:25)




UITTREDING

Ik leef buiten mijn lichaam
om jou te zoeken
ik zweef boven de stad
buiten de gevangenis
van het verstand

ik zie de aarde
een smartelijke substantie
gladgeschuurd leed
de stomheid der stof
de wreedheid van het begeren
maar besef het niet meer

ik ben uitgetreden
ik had genoeg van het wachten
misschien val ik jou in handen
al zal ik krankzinnig worden
als je me niet herkent.





JAARTELLING ONBEKEND

Eenmaal
in de eerste eeuw na Christus
groef ik je op met mijn handen
ik ademde je weer tot vlees
en we ontvluchtten het te zware zand
ik was je gade
ik leerde je ademen en denken

eenmaal
in de eerste jaren na Christus
heb ik het gewelf van je dood betreden
want hij zei: het lichaam is een tempel
daarom bloedde ik zozeer voor het graf
maar 't zand was warm en blond
we speelden in de woestijn

eenmaal
in de eerste dagen na Christus
in die vreemde nachten van toen
hebben wij de maand stilgezet
en onze ogen onder laten lopen
oh stilte dierbaarder dan leven!

eenmaal
in het etmaal van Christus
zijn wij begonnen aan zielsbewerking
maar wij hebben onszelf overgeslagen
wetend dat de liefde de mens doodt
wij zijn gaan zwerven over de hemel
ieder afzonderlijk
je leerde mij tijden verwarren
en lijden interplanetair.





Sonja van Mechelen






Bekijk ook de schilderijen van Sonja van Mechelen.
Voor 'n persoonsbeschrijving en verdere gegevens
zie de geannoteerde tekstversie.

©MVVM, 51-76 NTWO

>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>=NAAR==M=V=V=M==INDEKS=<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<
>=<
hoofd-
[NAAR HOOFDPAGINA]
pagina

poezie
begin van de stamboom
Sonja Margaretha de Bie
>=<